top of page
Foto van schrijverChris Ruijter

Proza



Alledaags, gewoon en algemeen. Eenvoudig, laag in waardering en voor iedereen toegankelijk. Snug-fit in onze huidige, verzadigde, volgevreten samenleving. Dat is proza. Inferieur en ongebonden vult het alle kiosken in het land en het hele wereldwijde web. Een losgeslagen kunstvorm is het, die, paradoxaal als het is, door zijn stijgende populariteit steeds maar populairder wordt.

Zo ook de Viervlek. Een algemener en alledaagser libel bestaat er bijna niet in Nederland. Hij is zó gewoon dat menigeen er aan voorbij loopt als ze voor dag en dauw zijn opgestaan. Links, daar laten ze hem liggen. Of hangen, meestal. Ik maak me daar ook schuldig aan, geef ik eerlijk toe. Om mijn schuldgevoel wat lucht te geven schrijf ik een ode aan de Viervlek. Een lofdicht voor de proza onder de libellen.


Hier begint het gedonder allemaal mee. Een uitsluipende Viervlek.

Honderden heb ik er al gezien. Toch blijft het een wonder om te aanschouwen.

Elk voorjaar begint het te kriebelen. De eerste tekenen kondigen zich aan. Er zijn Smaragdlibellen gesignaleerd. Dat houdt in dat niet veel later de Viervlekken zich melden. De eerste die zich daarna meldt, is mijn vriend Ruurd. 'Zullen we weer' vraagt hij licht enthousiast met een enigszins bedrukte ondertoon. Ik antwoord: 'Ja. Het wordt er wel weer eens tijd voor hè...' Alsof we beiden niet staan te popelen! We spreken af rond een uur of half zes in de morgen. In het voorjaar ruim op tijd om een stuk te lopen, onderwerpen te vinden en een plan de campagne te bedenken rondom dat gevonden onderwerp. Ruurd is altijd eerst. Bijna altijd. Behalve als zijn auto kuren heeft. Overmacht. Kan de beste overkomen. Waar ik mijn rugzak vol met zooi, statief, wc-papier en zelfs af en toe koffiethermos meeneem, is Ruurd van eenvoudiger kaliber. Slechts met zijn weapon of choice stapt hij het veld in. Geen statief, geen zooi, geen koffie. Met een jaloerse blik kijk ik naar zijn beperkte arsenaal. Dikwijls denk ik 'ik wou dat ik dat kon'. Gewoon een keuze maken. 'What would Ruurd do?'


Ik heb een heuse Ruurd gemaakt! Eindelijk snap ik waarom fotografen paraplu's meenemen in het veld, of andere mensen vragen de zon tegen te houden. Best lastig voor iemand met een zwak voor tegenlicht.

Het is nog best even zoeken voordat we wat vinden. Dat geeft niet, dat is altijd zo. Je vindt altijd wel wat. Maar nu duurt het wel erg lang. Het is ook gort en gortdroog op de anders zo vochtige hei. Onze laarzen zijn zo ongepast als elke willekeurige scene uit Fifty Shades of Grey. Vennen staan droog en het veenmos is wit uitgeslagen. Het is een bizar gezicht. Het lijkt nog het meest op een scene uit Pompeii. Verrast en overrompeld door de plotse droogte ligt het schreeuwend op de grond. Zou dit wat te maken hebben met het gebrek aan Viervlekken? Al lopend bedenken we een theorie. Ze houden zich vast op in de wat nattere gedeelten. Deze wetenschap van de koude grond blijkt te werken en al snel vinden we een exemplaar. En nog een. En nog twee. Ja, hier zijn ze. Gelukkig maar, niet voor niets zo vroeg opgestaan. Ruurd knielt en begint te schieten. Wat?!


Het is lekker details in beeld brengen met een statief

en wat wisselen van lenzen. Dat dan weer wel.

Het lijkt alsof hij er niet over nadenkt? Je moet toch een soort van idee hebben? Een doel? Een vooropgezet plan? Welnee. Hij niet. Gewoon door je knieën, licht opzoeken en schieten maar. Geweldig vind ik het. Ruurd maakt de meest geweldige spontane platen van libellen en vaak ben ik jaloers op wat hij a. gevonden heeft en b. hoe hij er in die omstandigheden toch zo'n fraaie plaat uit weet te persen. Maar ik kan het niet. Het is een handicap. Ik moet een idee in mijn hoofd hebben, een beeld dat ik wil maken die dag. Het is jammer dat de zon niet schijnt. Dan kun je vaak wat leuker spelen met lichtval en tegenlicht. Daar gaat mijn plan. In improviseren ben ik een amateur. Nee, dan Ruurd. Die schiet en geniet. Wat een geluk!


Gezocht en gevonden. De iets-minder-doodnormale vorm 'praenubila' van de Viervlek.

Ik ben bezig met het vereeuwigen van een, hoe kan het ook anders, Viervlek als ineens achter mij de zon door het wolkendek breekt. Op mijn live view zie ik iets ontstaan. Een bekend beeld! Maar niet van mij! Ineens heb ik een heuse Ruurd gemaakt. Door de zon op de achtergrond en het beest in de schaduw ontstaat een kleurenpracht die ik niet voor mogelijk hield. Althans, niet met mij achter de knoppen. Dus zó werkt dat. Aha!


Als de uitlsluipers je figuurlijk om de oren vliegen is het zoeken naar

compositie en interessante beelden. Herhaling is dan altijd een sterke beeldmaker.

We vervolgen onze route langs het water maar vinden eigenlijk niks interessants meer. Een paar weken terug zaten de uitsluipende Viervlekken hier in de stengels als luizen op een kleuterhoofd. Die enorme aantallen van toen zien we niet terug in het veld. Dat kan. Misschien zijn ze de wijde wereld ingetrokken of hebben wij ze gewoon gemist? Ook verderop tussen de Gele lissen zien we niks. Geen Keizerlibel. geen Smaragdlibel. Geen Vuurlibel. Nee, zelfs geen ordinaire, doodnormale, gewoner-dan-gewone Viervlek meer. It's a wrap! En dan bedenk ik ineens dat het eigenlijk best mooi weer is om eens op zoek te gaan naar een zeldzame Rivierrombout. Zucht. Is het dan nooit genoeg? Met frisse tegenzin stap ik in de auto en voer de locatie in. Al rijdend bedenk ik een plan...


Gewoon één van de mooiste libellen van het land.

Libellula quadrimaculata. Zelfs je naam is mooi. Bedankt Henk.

164 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page