De Bandheidelibel (Sympetrum pedemontanum). Een soort die al wat jaren hoog op mijn lijstje staat om te fotograferen. Waarom? Ze zijn prachtig. Daarom. Het is één van twee soorten 'echte libellen' in Nederland met vlekken in de vleugels.
Afgelopen donderdagavond kreeg ik van een bevriende fotografe, Judith, een bericht. Of ik mórgenochtend dan toevallig een gaatje had om onze doorlopende bijna-afspraak door te laten gaan. Nee, dacht ik al snel. Uiteraard niet. Weer niet. Op vrijdag heb ik 'papadag' en heb ik lekker de kinderen thuis. Of was er toch een kans...?
'Vragen staat vrij' zeg ik altijd tegen mijn kinderen. Dit keer ook tegen mezelf. In goed overleg kan alles, nou ja, veel, en na deze kwestie in de week te hebben gelegd bij mijn vrouw kon ik Judith een positief antwoord geven! Zij kon wat langer thuis blijven op de vrijdagochtend, op voorwaarde dat ze dan 's middags wat later thuis zou zijn. Yes! Judith en ik proberen dit al weken met elkaar af te stemmen maar het kómt er gewoon maar niet van.

Bandheidelibel, in de állereerste ochtendzon.
Vroeg afgesproken, 05:45, terwijl de zon pas rond 06:30 op zou gaan. Als we aankomen ligt er op de omringende weilanden een laag dunne mist en de westelijke hemel begint al kleur te vertonen. We gaan er van uit dat we flink moeten zoeken om een exemplaar te vinden. Ze zijn klein. Heel klein. Eén van de kleinste 'echte' libellen van ons land. Met een lichaamslengte van rond de 30mm zijn ze vast niet makkelijk vindbaar. Maar de nacht is onze vriend. Het is koud geweest en de diertjes zitten flink onder de dauw zoals we al snel merken. Met het tegenlicht van de maan fonkelen de piepkleine vleugeltjes als gouden plakken in de Braziliaanse zon. Al snel ontdekken we er een tiental. En nog meer! Euforisch zijn we. Dit gaat goed komen! Het is wachten op de zonsopkomst om de beelden te kunnen maken die we voor ogen hebben. Het is kraakhelder en compleet windstil. We praten even bij en delen onze liefde voor onze hobby.
Als de zon zich eenmaal laat zien wordt het een snoepwinkel. Zoveel libellen bij elkaar van een soort die ik nog niet eerder heb kunnen fotograferen. Zoveel dauw overal. Zulk mooi licht! Het komt toch nog onverwacht. Waar te beginnen? Het duurt altijd maar even! We gaan snel aan de slag. Ik pak mijn 90mm macrolens en schiet heel wat af in korte tijd. Regelmatig check ik tussendoor of er goede scherpte aanwezig is in de beelden en of er überhaupt iets werkbaars uit mijn handen komt. Dat valt tegen. Het is lastig composities maken, lastig het licht te vangen. Het gaat te snel, er is te weinig tijd! Help!

Stay calm and keep shooting. Er komt altijd weer een volgende keer.
Chris. Rustig aan, kalmte zal je redden. Dat zei wijlen mijn oma van moeders kant dikwijls tegen ons thuis. Alsook mijn eigen moeder trouwens. Het is het beste advies dat ik me op dit moment kan herinneren. En het klopt. Rustig aan. Haal even diep adem. Kijk om je heen en neem de situatie in je op. Je hoeft niet nú perse de plaat te maken die je zo graag wilt. Er komt altijd een volgende keer. En daarna wellicht nog een keer. Geniet van het moment. En blijf fotograferen. Natuurlijk. Dat wel.
In de tijd die nog volgt ga ik rustiger te werk. Het gaat niet om het aantal. Dat weet ik wel. Maar toch. Het voelt zo uniek! De laatste foto's die ik maak zijn met andere lenzen. Een 15mm macrolens en een 100mm macrolens met macro-extender. Met deze twee probeer ik andere beelden neer te zetten; een wat wijder beeld met daarin de leefomgeving van dit prachtige diertje en eentje lekker up-close om de details naar voren te halen. En dan ineens. Hé! Weg. Ik kijk op vanuit mijn zoeker en zie hem nog net wegfladderen. In een wat onbeholpen vlucht, blijkbaar kenmerkend voor deze soort, vliegt hij naar een Kattenstaart een paar meter verderop. En dan weet je het. Het is voorbij. It's a wrap! Voor deze keer althans. Ik zeg: tot ziens!